Door Clasina van den Heuvel
Doe rustig aan! Behalve dit wil iemand die kanker heeft gehad vaak óók horen hoe hij aan ’t werk kan blijven. Voor de meeste genezen kanker¬patiënten was de toekomst rond werk zo’n twintig jaar geleden duidelijk: ze werden arbeidsongeschikt verklaard. Dat is veranderd. De regelgeving is nu vooral gericht op re-integratie. Alleen verloopt terugkeer naar werk niet altijd vlekkeloos – de werkloosheid onder ex-kankerpatiënten ligt wereldwijd 40 procent hoger dan die onder de gezonde beroepsbevolking. Jaarlijks krijgen in Nederland bijna 90.000 personen kanker; zo’n 40 procent is tussen de 20 en 65 jaar. Ongeveer de helft van de patiënten geneest na behandeling.
Mensen die kanker hebben gehad stuiten op allerlei problemen, blijkt uit het boek ”Werken na kanker”, dat begin dit jaar verscheen bij uitgeverij Thoeris. Niet alleen rust er volgens de auteurs nog een taboe op kanker waardoor werkgevers niet altijd goed raad weten met zieke werknemers, ook ontberen bedrijfsartsen vaak de nodige kennis, en zouden in ziekenhuizen werk en werkgerelateerde problemen amper aan de orde komen. Daar komt bij dat kankerpatiënten na de ingrijpende ziekte zelf behoorlijk kunnen twijfelen aan hun eigen kunnen.
Ragna van Hummel (38) van re-integratiebureau Re-turn was de initiatiefneemster voor ”Werken na kanker”. Haar bureau richt zich –net als Stap.nu van Edith Idoe, zie kader– op mensen die te maken hebben met kanker op de werkvloer: werknemers, werkgevers, hulpverleners. Van Hummel is ervaringsdeskundige. Ze kreeg 6,5 jaar geleden borstkanker; ze werkte destijds als senior adviseur en projectleider in de ict. Na anderhalf jaar uit de running te zijn geweest wilde ze weer aan het werk, maar dat viel niet mee. „Niet omdat ik niet gemotiveerd was, want dat was ik wel, en niet omdat mijn werkgever nergens toe bereid was, want dat was hij wel. Maar we wisten allebei niet wat wijsheid was.” „Doe maar wat je nodig vindt”, zei haar werkgever. Van Hummel: „Ik kreeg carte blanche. Dat was eerst een opluchting, maar bleek het bij nader inzien niet te zijn. Het deel van zíjn verantwoordelijkheid lag nu óók mij bij. Ik ben uiteindelijk weggegaan, maar ben ook over mijn schouder gaan kijken: hoe is dit nu gekomen?”
Ze concludeerde: „Ik had behoefte aan overzicht. Wie zijn er allemaal betrokken bij mijn traject? Wat doet de bedrijfsarts, wat is een arbeidsdeskundige? Je krijgt een brief thuis dat je op een spreekuur moet komen en dat doe je dan braaf, maar je weet niet of je iemand vragen kunt stellen. Niemand kon mij vertellen wat normaal was – is beginnen met twee uur in de week goed, of met twee dagen?”
Via Re-turn, dat ze twee jaar geleden startte, wil ze zulke zaken helder maken voor ex-kankerpatiënten. Ook biedt het bureau –via een landelijk netwerk van coaches– praktische ondersteuning in de (terug)weg naar werk. Werk is in de visie van Van Hummel „een kapstok voor herstel.” Drie aspecten staan centraal bij de aanpak: fysiek herstel, mentaal sterk worden en werkhervatting bij de bestaande werkgever.
Volgens Van Hummel is er rond dat laatste punt nog veel te verbeteren. „Als een direct leidinggevende een goede werkrelatie behoudt met een werknemer die verzuimt, en andersom de werknemer zijn baas vertrouwt en openheid van zaken geeft, kan dit het verzuim met negen maanden ver¬korten. Dit is gebleken uit onderzoek – niet specifiek onder kankerpatiënten overigens. Hier valt dus een enorme winst te boeken, persoonlijk en maatschappelijk.”
Voorlichting is een speerpunt van Re-turn; de publicatie van het boek in januari is daar een voorbeeld van. ”Werken na kanker” gaat over rechten en plichten, over haken en ogen die er zitten aan de terugkeer naar werk, en over wat kankerpatiënten zelf kunnen doen en wat ze mogen verwachten van hun werkgever. Het laatste hoofdstuk is gewijd aan zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers), van wie meer dan de helft geen arbeidsongeschiktheidsverzekering heeft.
In de nieuwe richtlijnen Herstel na kanker en Oncologische revalidatie wordt aangegeven dat een goede be¬geleiding door de bedrijfsarts leidt
tot snellere terugkeer tot werk.
Van Hummel zou de koppeling tussen werk en zorg graag sterker zien. „Werkhervatting en bijbehorende ondersteuning worden nog niet als zorg gezien. In de nazorg van kankerpatiënten hoort werk een integraal onderdeel te zijn. Er zou eerder in het traject aandacht aan moeten worden besteed. Wij komen nu vaak pas in beeld als mensen weer aan het werk gaan. Als de oncologieverpleegkundige een patiënt vertelt dat hij naar een inloophuis kan, of naar de psycholoog, zou ook de vraag moeten worden gesteld: Hoe gaat het op je werk? En de bedrijfsarts zou bijvoorbeeld een brief moeten krijgen van de behandelend arts. Dat gebeurt nog heel weinig.” www.nfk.nl; www.re-turn.nl; www.stap.nu
IN KADER
„Iedereen was klaar. Ik niet”
Edith Idoe-Stap (52) richtte in 2005 Stap.nu op, een re-integratiebureau dat mensen tijdens of na de behandeling van kanker helpt om op de arbeidsmarkt te blijven – of terug te keren. Idoe zelf –moeder van vier kinderen– werd op haar 40e geconfronteerd met slokdarmkanker. Ze werkte in die tijd als facilitair manager bij een hbo-instelling in Den Bosch.
„Ik moest alles loslaten, was niet in staat enig werk te verrichten. Er kwamen direct onderzoeken, ging onmiddellijk het behandelcircuit in. Daarna, op het moment dat artsen zeggen: Wij zijn klaar, kwam ik in een zwart gat. Iedereen is klaar met jou, mensen om je heen zeggen: Geniet nu maar – maar dan? Hoe leef je verder met de wetenschap dat je nog maar 10 procent overlevingskans hebt? Ervaren dat je je grip op het leven kwijt bent en je je werk niet meer kunt doen is pijnlijk. Dat doet iets met je zelfvertrouwen.
Tijdens mijn ziekte kreeg ik veel kaarten, en één ervan heeft mij geïnspireerd om te doen wat ik nu doe. Het was een kaart met het gedicht over de voetstappen in het zand. Er staan twee paar voetstappen, maar waar het moeilijk wordt is er nog maar één paar, en daar zegt onze lieve Heer: „Hier heb ik jou gedragen.”
Dit heeft mij kracht gegeven om door te gaan. Ik wil graag mensen die hetzelfde hebben meegemaakt helpen, zodat ze later weer hun eigen voetstappen kunnen zetten. Ik begon Stap.nu met de gedachte: Het is de moeite waard, al help ik maar twee mensen. Maar inmiddels hebben we een landelijk dekkend netwerk van coaches, bijna allemaal ervaringsdeskundigen, met betrokkenheid en expertise.
Of iemand na zijn ziekte terug kan naar het zelfde werk, hangt natuurlijk ook af van de functie. Ik had een behoorlijke managementstaak, moest mensen sturen, en dat ging niet meer. De behandeling duurde te lang, het herstel ging te traag.
Gebrek aan kennis over hoe je op de werkvloer terug kon komen speelde destijds ook een rol. Ik wist zelf niet hoe ik het beste kon re-integreren, en ook de organisatie wist het niet.
In die tijd was er totaal geen kennis over werken na kanker. Ik had een heel goede werkgever die zeer meeleefde, maar de gedachte was wel: Laten we haar met rust laten. Bedrijfsartsen zeiden ongeveer: „Hoe gaat het met je? Ga maar naar huis.” Dat is niet altijd goed. Som zijn handvaten nodig om weer aan de slag te kunnen. Al werkt iemand na kanker maar een uur of anderhalf per dag – hij of zij blijft dan tenminste betrokken bij het werk. Dat is zo goed.
Wie kanker heeft, maakt al zoveel door gevoelens van verlies, rouw en verdriet door. Je bent de draad kwijt. Het is dan fijn als iemand mee kijkt: wat is jouw passie, wat zijn jouw talenten en waar ligt jouw balans in belastbaarheid, qua werk?”
„Ik zat met een gat in mijn cv”
Hilde van Schijndel (31): „In de zomer van 2004 werd ik ziek. Ik was erg moe, kon me niet meer concentreren. Het bleek dat ik lymfeklierkanker had. Ik kreeg chemokuren en een stamceltransplantatie. De behandeling zelf duurde zeven maanden.
Binnen een paar weken ben ik wel weer aan de slag, zei ik op mijn werk. Ik werkte in de jeugdhulpverlening. Een leidinggevende zei: Laten we eerst maar uitgaan van zes maanden. Het werden jaren.
Mijn immuunsysteem was door de behandeling tot nul afgebroken. Ik mocht bijvoorbeeld niet zomaar naar de supermarkt omdat ik ziek zou kunnen worden van een bacterie. Werken zou mogen, maar was fysiek nog niet mogelijk. Ik ging intensief aan de slag met Herstel & Balans, een revalidatieprogramma.
In 2006 heb ik op het werk geprobeerd een aantal taken op te pakken, maar ik kon me niet concentreren, en ook nog niet goed eten vanwege de chemokuren. Mijn ontslag werd aangevraagd – ik zag zelf ook in dat ik dit werk niet meer kon doen.
Intussen doorloop je een scala aan emoties. Als de diagnose van kanker wordt gesteld, is dat ingrijpend, maar ook onwerkelijk. Er komen allerlei dingen op je pad – ziekenhuisafspraken, behandelingen en onzekerheid over de toekomst– en na de behandelperiode volgt het besef: Ik ben een stuk gezondheid verloren. Na een tijd van revalidatie, ik was inmiddels 27, wilde ik weer aan de slag. Maar ik zat met een gat in mijn cv, en vroeg me af: wie zit er te wachten op iemand die kanker heeft gehad?
Het UWV bracht mij in contact met re-integratiebureau Stap.nu, en het begeleidingstraject daar leidde er in eerste instantie toe dat ik een eigen bureautje opzette. Het was belangrijk voor mij om in mijn eigen tempo uren op te bouwen. Ik werkte als zzp’er en gaf trainingen in de jeugdhulpverlening. Alles bij elkaar heb ik me twee jaar gegeven om weer te integreren op de arbeidsmarkt - en daarna voelde ik: Ik ben er weer.
Sinds 2009 ben ik dienst van Stap.nu, voor drie dagen per week, als re-integratiecoach. Ik heb het gevoel dat ik weer mee mag doen.”
Hoe belangrijk is werk als je zo ziek bent? „ Als je gezond bent, is werken vaak vanzelfsprekend. Maar op het moment dat je ziek bent, ontstaat het gevoel: Ik wil me weer volwaardig voelen. Je zit in een proces waarin je het leven moet zien te herwaarderen. Werk zorgt voor een stuk eigenwaarde en geeft levenszin.
Daarom is het zo belangrijk dat tijdens je ziekte het contact met werk er blijft. Des te langer je niet werkt, des te hoger wordt de drempel om weer te beginnen.
Ik hield mijn collega’s via e-mail op de hoogte. Dat zorgt voor begrip als je terugkomt. Als niemand weet wat er met je is gebeurd, denken ze dat straks dezelfde persoon terugkeert op het werk. Maar dat is niet zo, je leven is totaal veranderd.”
Bron: Reformatorisch dagblad, 22 juli 2011
Werken met of na kanker – het is geen uitzondering meer. Een deel van de ongeveer 37.000 werknemers die per jaar kanker krijgt, gaat weer aan het werk. Maar deze terugkeer gaat vaak niet zonder slag of stoot. Het boek Werken na kanker gaat over wat nodig is om na kanker goed aan het werk te komen.
Werk is een link met het gezonde ik, met het gewone niet-medische leven. Werk zet iemand letterlijk weer in beweging. Toch is terugkeer naar het werk niet altijd gemakkelijk, zo blijkt uit Werken na kanker. Om goed aan het werk te komen moet de kankerpatiënt om te beginnen goed herstellen, vroegtijdig revalideren, initiatieven nemen en zijn wil tot werken tonen. Ondanks de last van vermoeidheid, lichamelijke problemen en verwerkingsprocessen. In een vroeg stadium moet terugkeer naar het werk aan de orde komen, om zo uitval te voorkomen.
door ANITA ZIJLSTRA
AMSTERDAM –
Hoe moet het nu met mijn werk? Heb ik straks nog wel een
inkomen? Moet ik mijn baas vertellen welke ziekte ik heb? Na de diagnose kanker
loopt het hoofd van de patiënt doorgaans over met vragen. Toch is het raadzaam
om naast de schrik, emotie en angst zo snel mogelijk ook over werkhervatting
te gaan nadenken. „Zowel werknemer als werkgever hebben er alleen maar
baat bij."
Dat stellen onafhankelijke
journalisten in het boek
’Werken na kanker’ (uitgeverij
Thoeris). Elk jaar krijgen
zo’n 37.000 mensen in de beroepsbevolking
kanker. En
het aantal mensen dat die
ziekte overleeft, neemt door
vroege ontdekking en verbeterde
behandelingen alleen
maar toe: gemiddeld halen
drie van de vijf de eerste vijf
jaar.
Flexibiliteit
„Omgerekend gaat het
momenteel om ruim 200.000
werkende mannen en vrouwen
die kanker achter de rug
hebben. Ze leven weliswaar
dagelijks nog met de gevolgen
van de ziekte, zoals vermoeidheid
en pijn. Maar dat
wil niet zeggen dat ze aan de
zijlijn moeten worden gezet”,
zegt Ragna van Hummel,
initiatiefnemer van het
boek. „Met de nodige aanpassingen
en flexibiliteit van
beide partijen, hoef je als
kankerpatiënt en als baas
geen schade te lijden.”
Te weinig werknemers en
werkgevers weten echter
wat hun rechten en plichten
zijn. „Vroeger werd een werknemer
met kanker per definitie
afgeschreven en belandde
in de wao. Veel behandelingen
duren driekwart jaar, het herstel
vaak een
half jaar, dan
zing ik die twee
jaar wel uit,
denken sommige
werkgevers.
’Neem gerust je
tijd’, is dan ook
de boodschap
die veel kankerpatiënten
meekrijgen.
Dat
klinkt heel meelevend,
maar
velen realiseerden zich niet
welke gevolgen dat voor ze zou
kunnen hebben. Ben je ziek,
verlies je straks ook nog je
baan!”
Nog steeds weten veel werkgevers
niet hoe ze de terugkeer
moeten aanpakken. Coauteur
Maria Hendriks: „Een bedrijfsarts
ziet per jaar gemiddeld
zo’n drie kankerpatiënten.
Omdat er ook nog eens zo
veel soorten kanker zijn, kan
hij of zij niet of nauwelijks varen
op praktijkervaring; het
gaat immers niet om rugklachten
of een burn-out. Vaak
wordt met de werknemer een
plan van aanpak opgesteld.
Maar wat veel patiënten niet
weten is dat dat in overleg met
de werknemer
hoort te gebeuren.
Zo willen
sommige mensen
tijdens hun
behandeling gewoon
blijven
doorwerken.
Als dat lichamelijk
en emotioneel
mogelijk is,
moet dat kunnen.
Eventueel
met de nodige
aanpassingen, zoals andere
werktijden of tijdelijk aangepast
werk.”
Zelf belandde Maria Hendriks
(64), nadat ook zij bijna 25
jaar geleden door kanker werd
getroffen, gedeeltelijk in de
wao, die toen nog bestond. „Ik
ben nooit meer volledig hersteld.
Door mijn chronische
vermoeidheid werkte ik als
journaliste op een gegeven moment
nog maar 12 uur per
week. Uiteindelijk werd ik,
zonder overleg, helemaal afgekeurd.
Gelukkig is dat vandaag
de dag allemaal wel veranderd.”
In het meer dan informatieve,
overigens zeer toegankelijk
boek wordt gepleit voor
een vaste contactpersoon in
het ziekenhuis, die zo snel mogelijk
ook actief met het nazorgplan
aan de slag gaat.
Ragna van Hummel: „Ongeveer
de helft van de kankerpatiënten
heeft problemen bij de
terugkeer naar werk. Dat zijn
te veel waardevolle arbeidskrachten.
De meesten willen
zelf ook niet anders dan zo snel
mogelijk weer de draad oppakken.
Overigens maakt
weer gaan werken volgens de
jongste inzichten een belangrijk
onderdeel uit van de totale
revalidatie. Want naaste alle
onzekerheden houdt juist hun
baan hen op de been.”
Nachtdiensten
„Natuurlijk is het niet verstandig
om een vuilnisman na
zijn zware buikoperatie nog
vuilniszakken te laten sjouwen.
Of iemand die nog vermoeid
is van chemotherapie
gewoon nachtdiensten te laten
draaien. Maar met een
beetje goede wil van beide
partijen zijn er vaak meer
mogelijkheden dan aanvankelijk
werd gedacht. Lukt dat
niet binnen het bedrijf, dan
moet er samen naar een andere
oplossing worden gezocht
als outplacement of detachering.
Daarbij wordt vaak pas
veel te laat de hulp van een
re-integratiebureau ingeschakeld.”
Dat je niet bent afgeschreven
als je kanker overleeft,
weet ook Ragna van Hummel
(38) als geen ander. Zes
jaar geleden werd bij haar
borstkanker geconstateerd.
„Na de behandelingen wilde
ik weer aan het werk als consultant,
maar ik kreeg geen
enkele steun van mijn werkgever
bij mijn werkhervatting.
En dat bracht me op een
idee. Met mijn re-integratiebureau
Re-turn begeleid ik
nu zelf (ex-)kankerpatiënten
naar bestaand of nieuw
werk!”
Bron: Telegraaf pdf
Wie de diagnose kanker gesteld krijgt, denkt dat zijn doodvonnis getekend is. Maar tegenwoordig geneest meer dan de helft van de kankerpatiënten. Gevolg: na een vaak eindeloos lijkende behandeling, kunnen zij weer aan het werk. Maar dat is niet altijd even makkelijk ...
Presentator Harmke Pijpers in gesprek met Ragna van Hummel, oprichter van reïntegratiebureau Re-turn en co-auteur van 'Werken na Kanker' en Tomas Rejda, bedrijfsarts bij het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam.
http://www.bnr.nl/static/jspx/play.jspx?url=http://streaming.bnr.nl/csStreamingAudio/programmas/y2011/m01/d31/gezond_20110131.mp3&titel=BNR Gezond
Jeroen den Blijker
Ragna van Hummel over werken na kanker
Veel ex-kankerpatiënten voelen zich in de steek gelaten door hun werkgever. Dat zegt Ragna van Hummel. Zij herstelde van borstkanker en voelde zich door haar baas totaal afgeschreven. Om anderen deze lijdensweg te besparen schreef zij(initieerde zij)het
boek 'Werken na Kanker'.
Hieronder de link om het interview te horen:
Het interview met Ragna van Hummel over werken na kanker
Bron: http://www.radio1.nl/contents/25075-ragna-van-hummel-over-werken-na-kanker
Kankerpatiënten die na het afronden van hun behandelingen weer aan het werk willen en kunnen, worden vaak onnodig afgeschreven. Dat blijkt uit het boek Werken na kanker dat 25 januari verschijnt. Naar schatting 35 procent van de werkende kankerpatiënten is na de ziekte langdurig werkloos. Voor de bevolking als geheel is het werkloosheidspercentage nog geen 5 procent.
Kankerpatiënten kampen met allerlei onzekerheden waardoor ze makkelijk de greep op hun werksituatie verliezen. Moeten ze contact onderhouden met hun werkgever en collega's? Hoe? Wanneer kunnen ze het beste weer beginnen? Hoe bouwen ze hun uren op?
Omgekeerd weten werkgevers vaak niet hoe ze om moeten gaan met kankerpatiënten. Bovendien vergt reïntegratie vaak aanpassingen op het werk of in de aard van de werkzaamheden. Vooral voor kleine werkgevers is dat lastig en kostbaar.
Terugkeer naar het werk is de verantwoordelijkheid van zowel werkgever als werknemer, maar zij kennen de regels vaak onvoldoende. Bovendien zijn er weinig financiële regelingen om de werkgever daarin te ondersteunen. Daardoor belanden veel kankerpatiënten onnodig aan de zijlijn.
Artsen zouden al in de spreekkamer met de patiënt moeten praten over werk, zodat deze beter weet wat hij straks wel en niet aankan. En werkgever en werknemer zouden vroegtijdig met elkaar moeten bespreken of aangepast werk (tijdelijk) nodig is. De werkgever heeft dan de tijd om daar, in of buiten zijn bedrijf, naar te zoeken.
In 2008 kregen meer dan 89.000 mannen en vrouwen kanker. Daarvan heeft 40 procent, een kleine 40.000 patiënten, de arbeidzame leeftijd. Zestig procent van de kankerpatiënten overleeft vijf jaar of langer.
Werken na kanker is het eerste boek voor een groot publiek over terugkeer naar het werk na kanker. Het boek geeft inzicht in de rechten en plichten en concrete tips en voorbeelden. Er staat in beschreven wat kankerpatiënten zelf kunnen doen en wat zij van hun werkgever mogen verwachten. De ingewikkelde wet- en regelgeving op dit gebied wordt uitgelegd in gewonemensentaal. Het boek volgt het hele proces van diagnose, behandeling, revalidatie, weer aan het werk zijn en de haken en ogen die zich daarbij kunnen voordoen. Ter illustratie vertelt een aantal kankerpatiënten wat hen is overkomen.
Werken na kanker is een initiatief van Ragna van Hummel, directeur van reïntegratiebureau Re-turn, en is geschreven door de journalisten Maria Hendriks, Malou van Hintum, Ineke Jungschleger en Tia Lücker. De tekeningen in het boek zijn van Angela de Vrede.
Bron: http://www.perssupport.nl/pressrelease/
25/01/2011 / Annette Posthumus
Jaarlijks krijgen naar schatting 37.000 werknemers kanker. 60 procent geneest en gaat weer aan het werk. Voor deze (ex-)patiënten, werkgevers, bedrijfsartsen en andere zorgverleners is er nu een handboek. Want: ‘er is veel te verbeteren aan werkhervatting en reïntegratie na kanker’.
Toen Ragna van Hummel haar werkgever zes jaar geleden vertelde dat ze borstkanker had, reageerde hij heel vriendelijk en royaal. ‘Ik kreeg carte blanche. Hij zei: doe wat je moet doen en neem je tijd.’ Haar aanvankelijke opluchting hierover maakte snel plaats voor onzekerheid. ‘Ik wilde na mijn herstel dolgraag weer aan de slag, meedoen, me nuttig voelen. Maar ik had geen idee hoe. Van mijn werkgever hoorde ik niets meer. Hij had zijn probleem, de gedeelde verantwoordelijkheid voor het organiseren van mijn reïntegratie, aan mij gegeven.’ Volgens van Hummel tekent het veel werkgevers. ‘Het is vooral onwetendheid, onkunde en ook soms onwelwillendheid. Veel werkgevers vinden kanker eng, schrijven de werknemer af en nemen afstand.’
Vermoeidheid en concentratieproblemen
Van Hummel (38) organiseerde haar terugkeer naar de werkvloer uiteindelijk helemaal zelf, maar kwam in conflict met haar baas over het aantal uren dat ze wilde werken en belandde met een arbeidsongeschiktheidsuitkering thuis. Ze besloot haar moeizame ervaring met reïntegratie te gebruiken voor het oprichten van een eigen bedrijf, Re-turn. Dit adviesbureau slaat een brug tussen (ex-)kankerpatiënten, werkgevers, bedrijfsartsen en zorgverleners. Het boek Werken na kanker kwam er op haar initiatief. De langetermijngevolgen van kanker, zoals vermoeidheid en concentratieproblemen, maken een hele eigen aanpak van werkhervatting noodzakelijk, vindt van Hummel. ‘Er is veel te verbeteren aan reïntegratie na kanker.’
Ervaringsdeskundigen
Werken na kanker is een handboek geworden met praktische informatie over wetgeving, rechten en plichten van kankerpatiënten die werknemer zijn én freelancers. Het geeft antwoord op vragen als: hoe bouw ik mijn werkzaamheden weer op, wat kan ik wel en niet tegen mijn baas zeggen, wat zijn de gevolgen voor mijn inkomen, word ik ontslagen als ik minder werk en hoe regel ik als zzp’er mijn inkomen? Ervaringsdeskundigen vertellen over hun terugkeer naar werk en tegen welke problemen ze aan liepen.
Groepsgesprekken
Een van hen is Rob Smits (49). In 2009 kreeg hij te horen dat het bultje op zijn rug kwaadaardig was. Een ingrijpende operatie en een periode van bestraling volgde. Hij had zo’n handboek wel willen hebben, vertelt hij. ‘Ik heb zelf uitgevogeld hoe ik zou terugkeren. Maar ik ben veel te hard van stapel gelopen door meteen halve dagen te gaan werken. Na een half jaar kwam de klap alsnog.’ Smits begeleidt mensen vanuit een uitkering naar werk. Dat ging ineens niet goed meer. ‘Ik kon geen begrip meer opbrengen voor mijn klanten, vond al snel dat mensen zaten te zeuren. Toen hebben we dat klantencontact even stopgezet.’ Zijn werkgever adviseerde Smits om zich op te geven bij Herstel & Balans, een revalidatieprogramma, waarbij fysiek herstel gecombineerd wordt met groepsgesprekken. ‘Ik vond dat praten erg prettig omdat je veel van elkaars verhalen herkent. Maar ik heb er ook geleerd dat ik de gevolgen van mijn ziekte onder ogen moest zien. Ik ben namelijk wel het type kop-in-het-zand.’
'Geen stom werk'
Kittie Hendriks (54), ook geïnterviewd voor het boek, zat bij Smits in de Herstel & Balansgroep. ‘Ik ging vooral voor het sportgedeelte. De gesprekken had ik niet écht nodig. Veel mensen zijn boos en verontwaardigd dat ze ziek zijn. Ik sta er heel anders in. Eén op de acht vrouwen krijgt borstkanker, ik heb de pech die ene te zijn. De ziekte is voor mij eigenlijk geen emotioneel probleem.’ Financieel specialist Hendriks pakte haar terugkeer voortvarend aan. Haar zus, een van de auteurs van Werken na kanker, had twintig jaar geleden kanker gekregen en van haar wist ze hoe het best te handelen. Hendriks schakelde Herstel & Balans in en zocht begeleiding bij Re-turn. Een grote succesfactor bij terugkeer naar werk is volgens haar autonomie. ‘Geef iemand die wil terugkeren geen stom werk, maar laat hem iets doen dat interessant en zinvol is.’ Ook belangrijk: ‘Zorg ervoor dat je niet meteen door de werkgever ziek gemeld wordt. Vaak is het helemaal niet nodig om direct na de diagnose thuis te gaan zitten.’
Werk bevordert genezingsproces
Ragna van Hummel benadrukt het belang van weer aan de slag gaan. Veel mensen die kanker krijgen, weten niet wat ze nog kunnen en zijn bang dat ze niet meer voor vol worden aangezien. Maar lang wachten levert niks op, vindt van Hummel. ‘Niet voor jezelf en niet voor de maatschappij.’ Werk is bovendien bevorderend voor het genezingsproces, is haar stellige overtuiging. ‘Het is afleiding, je bent onder de mensen en het geeft zin aan je leven. Je bent als je werkt méér dan je ziekte.’
Rob Smits en Kittie Hendriks gaan beide per 1 februari weer fulltime aan de slag. Ze blijven elkaar zien, want hun Herstel & Balansgroepje maakt nog iedere maand een wandeling. Smits: ‘We hebben het er nog wel over gehad of het verstandig is om elkaar te blijven zien, want ja, er kan ook altijd iemand weer ziek worden of zelfs doodgaan. Maar we hebben veel steun aan elkaar en het is gewoon ook heel gezellig.’
Werken na kanker
Maria Hendriks, Malou van Hintum, Ragna van Hummel, Tia Lücker, Ineke Jungschleger.
ISBN 97890 72219 53 4. Uitgeverij Thoeris
EscenicId: 767571
Bron: http://www.vkbanen.nl/banen/artikel/Terug-op-de-werkvloer-na-kanker/267332.html